De koopkracht is sinds de inflatie flink achteruitgegaan. Om deze reden wil het kabinet een pakket maatregelen presenteren op Prinsjesdag. Dit zal tussen de 14 en 16 miljard euro kosten. Hiermee willen zij de koopkracht van Nederlanders proberen te herstellen. Verschillende details van het koopkrachtpakket zijn gelekt aan verschillende media. De gevolgen voor werkgevers zijn erg groot. Hieronder lees je wat het plan inhoudt.
Hoger minimumloon
Het meest opmerkelijke punt is de verhoging van het minimumloon (WML). Een verhoging was wel te verwachten, maar het gaat volgend jaar in één keer met maar liefst 10% omhoog. Hiermee wijkt het kabinet af van eerdere plannen, er is eerst namelijk besloten om dit in drie stappen door te voeren. Afgerond zal het minimumloon met 176 euro per maand stijgen, naar 1932 euro bruto per maand. Deze berekeningen zijn gemaakt op basis van het minimumloonbedrag van juli 2022.
Naar verwachting zal de verhoging van het WML doorwerken in het gehele loongebouw, waardoor de lonen van alle werknemers zullen stijgen. Het kabinet heeft eerder al aangegeven dat ze werkgevers nodig hebben bij het repareren van de koopkracht. Ze geven hierbij aan dat de lonen omhoog kunnen bij de bedrijven die goed draaien.
Lagere lasten, hoger netto inkomen
Naast de verhoging van het minimumloon, komen er meerdere maatregelen om de lasten voor burgers te verlagen. Het uitgangspunt is dat werknemers meer nettoloon moeten overhouden. Door de hoge inflatie is de druk op het kabinet groter geworden, waardoor ze nu op meerdere manieren actie gaan ondernemen.
- De korting op brandstofaccijnzen blijven tot 1 juli 2023 van kracht, zodat werknemers die met de auto naar het werk komen, minder hoeven in te leveren.
- De sociale uitkeringen zullen ook stijgen, denk hierbij aan de Wajong-uitkering of AOW.
- Verschillende toeslagen zullen omhoog gaan. Zorg- en huurtoeslag nemen toe en het kindgebonden budget ook.
- Werknemers gaan minder belasting over hun loon betalen, de eerste schrijf gaat omlaag in belasting.
- Arbeidskorting gaat omhoog, netto houden werknemers meer over.
Vermogenden en bedrijven dragen meer af
Om het plan te kunnen bekostigen, zijn er grote gevolgen voor vermogenden en bedrijven. Als werkgever heb je met onderstaande punten te maken.
- Bedrijven gaan meer vennootschapsbelasting afdragen (van 15 naar 19%)
- Directeuren en grootaandeelhouders gaan meer belasting betalen.
- De zelfstandigenaftrek voor zzp’ers wordt sneller afgebouwd.
Mensen met veel vermogen moeten ook meer gaan afstaan. Dit wordt in drie stappen gerealiseerd. Vermogenden zullen meer belasting gaan betalen. Dat geldt over de volgende gebieden:
- Spaargeld
- Aandelen
- Tweede huis
Kleine spaarders worden ontzien. Het vrijgestelde vermogen stijgt namelijk van 50 duizend naar 57 duizend euro.
Tot slot worden energiebedrijven ook aangepakt. Zij maken grootse winsten door de hoge prijzen. Om deze reden gaat de ‘mijnbouwheffing’ omhoog. Dit is de belasting die energiebedrijven betalen over de winningsactiviteiten.