De overheid heeft een wetsvoorstel gepubliceerd waarmee de compensatie voor de transitievergoeding bij ontslag na langdurige ziekte wordt beperkt tot kleine werkgevers. Dit betekent dat middelgrote en grote werkgevers vanaf 1 juli 2026 geen compensatie meer ontvangen.
Waarom deze wijziging?
Op dit moment kunnen werkgevers een compensatie krijgen voor de transitievergoeding die ze moeten betalen bij ontslag na twee jaar ziekte. De regering wil deze regeling voortaan alleen toegankelijk maken voor kleine bedrijven. De gedachte hierachter is dat grotere werkgevers financieel sterk genoeg zijn om deze kosten zelf te dragen.
Wat is een kleine werkgever?
Voor de definitie van een kleine werkgever wordt aangesloten bij het bestaande onderscheid in de premie Arbeidsongeschiktheidsfonds:
- Kleine werkgevers hebben een loonsom tot maximaal 25 keer het gemiddelde premieplichtige loon per werknemer per jaar.
- Middelgrote en grote werkgevers hebben een loonsom die boven deze grens uitkomt.
Deze grens is gekozen omdat deze aansluit bij de systematiek die al bekend is bij werkgevers en uitvoeringsinstanties.
Gevolgen voor werkgevers
Voor kleine werkgevers blijft de compensatieregeling bestaan, maar middelgrote en grote werkgevers zullen de transitievergoeding bij ontslag wegens langdurige ziekte voortaan zelf moeten betalen. In 2023 bedroeg de gemiddelde compensatie voor een transitievergoeding bij langdurige ziekte ongeveer € 16.000 per werknemer.
Vanaf 1 juli 2026 ontvangen grotere bedrijven geen compensatie meer. De impact hiervan zal per werkgever verschillen, afhankelijk van het aantal langdurig zieke werknemers en de hoogte van hun transitievergoeding.
Risico op slapende dienstverbanden
Omdat grotere werkgevers geen compensatie meer krijgen, bestaat het risico dat zij dienstverbanden van langdurig zieke werknemers slapend houden om zo geen transitievergoeding te hoeven betalen. Hoe vaak dit in de praktijk zal gebeuren, is nog niet duidelijk.
Financiële besparing voor de overheid
Door deze wijziging zal het aantal compensatieverzoeken met ongeveer 80% dalen. Dit leidt naar verwachting tot een besparing van € 60 miljoen in 2026 en een structurele besparing van € 380 miljoen per jaar in 2065.